De Limousin, beroemd om z’n sappige koeien, herbergt een prachtig gevarieerd wandelgebied. Het grote toerisme laat deze bergachtige regio links liggen. Misschien juist daardoor is ze zeer de moeite waard voor wandelaars die mooi landschap én rust zoeken. We lopen een van de vijftig dagtochten uit het gidsje ‘La Creuse à pied’. Een tocht over boerenland doorsneden door beekjes en gelardeerd met oude bossen.
De route van 16 kilometer gaat door een landschap met dorpjes die weggeplukt lijken uit Etre et Avoir. Klopt ook wel, het dorp uit deze heerlijke documentaire ligt zo’n 100 kilometer oostelijker.
Onze wandeling start in Chatelus-le-Marcheix (367 inwoners). Het lijkt een anoniem boerengehucht, maar schrijver Pierre Michon werd er geboren. Die is beroemd in Frankrijk vanwege zijn boek ‘Roemloze levens’, over het arme boerenleven in deze streek. Geldt, vooral door z’n fonkelende, rauwe stijl, als een hedendaagse klassieker. Wou ik maar even gezegd hebben voor we aan de wandel gaan.
We lopen door weids en bergachtig landschap, met toppen rond 800 meter. Dat betekent af en toe een klimmetje, maar echt zwaar wordt het nooit. De route voert door boerenland bespikkeld met Limousin-koeien. Begin maart hebben ze al kalfjes geworpen die nog staan na te trillen van hun bevalling.
Top 10 wandelvakanties van SNP in Frankrijk >>
Wat opvalt is de ‘onopgesmuktheid’ van het landschap. Land zonder franje. Zou het een man zijn, dan zou je zeggen: een echte vent met ballen. En was het een vrouw, dan zeker eentje wars van make-up en in een besmeurde overall.
De bossen zijn niet aangeharkt, bomen staan afgestorven en wel te wachten tot een windvlaag ze omver blaast. Het land doet niet z’n best in de smaak te vallen, en valt daardoor des te meer in mijn smaak. Deed me denken aan de prachtige maar rauwe documentaires over het bijna verdwenen Franse boerenleven van Raymond Depardon (gaat dat zien!).
Leuk aan deze rondwandeling zijn zeker de paadjes. Onderweg kruis je een paar keer een vergeten asfaltweggetje, waar één keer per dag een tractor overheen tuft. Maar dat is dan ook het enige asfalt dat je te zien zult krijgen. Kronkelige, stijgende en dalende paden leiden je door gemengde bossen.
De route loopt door een mooi glooiend beekdal, over paadjes afgebiesd met kromme eiken. Wat een rust en ruimte! We komen geen enkele andere wandelaar tegen. Wel een vuistvol kippen die op een verlaten erf tevreden hun graantjes meepikken.
Dan klimmen we een paar honderd meter over een karrenspoor, waarna we onze ogen laten strelen door het weidse uitzicht. En dan merk je pas dat je in een zeer dunbevolkte streek bent: van bebouwing is geen sprake. Hooguit zie je in de verte een klein dorpje wegduiken in een beboste vallei.
De goedgemarkeerde route voert grotendeels over de GR4, een langeafstandswandelpad (mooi woord voor Scrabble) dat loopt van het westen van Frankrijk door de Provence naar Cannes. Ook de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella loopt hier.
Heel goed uitgemikt, namelijk halverwege, ligt het dorp Saint-Goussaud, met een mooi kerkje, en veel belangrijker: een kroeg. Wij vinden dat we wel wat verdiend hebben namelijk.
Die kroeg is een belevenis op zich. Vooral na twee Heineken-biertjes uit de thuis-tap. Beschroot interieur getooid in jaren 70-design. Eén wand wordt opgevreten door een metersgroot schilderij. Een tafereeltje van een feest met zo’n dertig mensen. Niet één figuur klopt, constateren we geamuseerd, en dat ligt niet aan het bier. Benen die een half keer zo lang zijn als normaal, een hand die anatomisch compleet ontspoort, mannen bij wie Quasimodo afsteekt als een lekker ding. Ongetwijfeld werd de kwast gehanteerd door het schele neefje van de uitbater. Met alle respect.
Maar goed, buiten gekomen valt je oog direct op het pronkjuweel van Saint-Goussaud: een kerkje uit de twaalfde eeuw. Leuk om even je camera op te mikken. Verderop staat nog iets bijzonders: de Lantaarn van de Doden, een gemetseld slank bouwwerkje. Als in de middeleeuwen de pest heerste, ontstak men de lamp bovenin om te waarschuwen voor deze zeer besmettelijke ziekte.
Overigens zie je aan Saint-Goussaud goed hoe het platteland van Frankrijk is leeggelopen: in een eeuw tijd daalde het inwonerstal van 1000 naar 200 zielen.
De Limousin ligt in het noordwestelijke deel van het Massif Central en is een van de kleinste regio’s van Frankrijk. De regio is vernoemd naar de hoofdstad Limoges en is één van de groenste streken van Frankrijk.
Een wereld van contrasten kom je er tegen: bergen, oude bossen, diepe valleien met pittoreske gehuchten, plateaus bezaaid met laagveen en heidegrond. De streek telt ook vele meren met strandjes plus een paar steden met historie. De Limousin is dunbevolkt en weinig toeristisch.
Als je er toch bent, bezoek dan gelijk een paar regionale highlights. Limoges zelf natuurlijk, dat zich profileert als stad van de kunst. En als tapijten jouw ding zijn, bezoek dan Aubusson, dat zichzelf op de borst slaat als ‘hoofdstad van de tapijtkunst’. Verder staat met name het noordelijk deel, de Creuze, bekend als ‘het waterkasteel’, vanwege de vele rivieren en meren.
Vooral het Meer van Vassivière is een bezoek waard. Dit stuwmeer is in 1950 ontstaan. Het water slokte de Maulde-vallei inclusief acht gehuchten op. Het grootste meer van de Limousin heeft een oppervlak van 1000 hectare, 45 kilometer oevers beplant met Douglassparren, berken en beuken, en acht stranden. Beklim de top van de vuurtoren van het eiland en je hebt een adembenemend uitzicht over het enorme wateroppervlak dat constant van kleur verandert.
Top 10 wandelvakanties van SNP in Frankrijk >>
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.