Baardmannetjes wilden we zien op de Marker Wadden, en baardmannetjes krijgen we vandaag. Sterker nog: op de nieuw aangelegde eilandenarchipel voor de kust van Lelystad barst het van deze fraai getekende rietvogeltjes. En van veel meer bijzondere vogelsoorten. Een dagje vogelen.
Als we aankomen in het haventje van Lelystad staat een flinke groep vogelaars te ijsberen op de steiger – het is grauw weer met een frisse wind. Zonder uitzondering zijn ze behangen met prijzige camera’s, vogeltelescopen en verrekijkers. Er heerst dezelfde sfeer als op de veerpont naar Schiermonnikoog: verwachtingsvol en uitgelaten als kinderen, ondanks de gevorderde leeftijd van de meeste Wadden-gangers.
Het is niet zomaar een veerpont die ons overzet, maar een prachtig historisch zeilschip: de Abel Tasman. Gebouwd rond 1920 heeft deze driemaster ooit de Oostzee bevaren. En nu dus het Markermeer. Een heel leuk tochtje van zo’n twintig minuten brengt ons bij de aanlegsteiger van het Haveneiland, een van de zeven eilanden van de Marker Wadden. Een fuut met twee jongen op haar rug heet ons welkom.
Zo’n tachtig vogelaars en wellicht een verdwaalde vogelonderzoeker op een eiland van 250 hectare, dat verwaait snel. Letterlijk, want er staat een stevige wind als we het hoofdpad volgen. Snel gaat dat niet, na elke tien stappen staat een van ons stil om een vogel te fotograferen. Tientallen witte kwikstaarten, en voor de variatie af en toe een gele, maken ons helemaal tureluurs.
Verderop strijken we neer in een duinpan, want hier demonstreren twee bontbekplevieren hun duikvluchten. Baltsgedrag, waardoor ze het druk hebben met elkaar en wij fotografisch ons gang kunnen gaan. Dat valt nog niet mee: ze vliegen zo snel dat het lastig is ze te vangen met onze camera’s. Menig vloek en zucht klinkt op uit de duinpan. En van de ruim honderd foto’s is er maar één gelukt.
Een half uur later zijn we nog maar honderd meter gevorderd, maar dat mag de pret niet drukken. Even verder gaat het pad langs waterrijk gebied waar de gele moerasandijvie welig tiert. Een rietgors houdt ons in de gaten vanaf z’n wuivende rietstengel.
Schuwer zijn de baardmannetjes – de belangrijkste reden van ons bezoek. Steeds nét als we onze lenzen heffen, duiken ze het dichte riet weer in. Maar alleen al het zien van die fraai getekende zangvogeltjes verhoogt onze stemming. De naam baardmannetje is wat verwarrend, en niet alleen omdat er ook vrouwtjes zijn. De zwarte strepen over z’n wangen lijken eerder op een forse hangsnor dan op een baard.
Meer geluk hebben we even verder, vlak bij een broedende zwaan tussen het riet die ons liever ziet gaan dan komen. Hier vliegen zoveel baardmannetjes in en uit het riet dat het prijsschieten is. Twee hebben vlakbij kennelijk een nest, want ze vliegen af en aan met pluisjes tussen hun snavel. En ze zijn niet te beroerd om even voor ons te poseren op een rietstengel.
Inmiddels tikken we bij elkaar ruim 400 foto’s van baardmannetjes aan. Hoog tijd voor andere vogels. Roofvogels zien we helaas niet, op een rode wouw in de verte na. Maar we hebben nog wensvogels. Een geoorde fuut, zou dat kunnen? Een roerdomp is zeker te veel gevraagd? We moeten het doen met een tureluur en een krakeend die zich ongegeneerd aan het opdoffen zijn.
Even verder beklimmen we uitkijktoren De Steltloper, met twaalf meter het hoogste punt op het eiland. Terwijl we flink wat wind vangen, overzien we alle eilanden. De kakofonie van vogelgeluiden kun je hier goed horen. Inmiddels tellen de eilanden ruim 180 vogelsoorten. Kluten, kokmeeuwen, visdieven en plevieren vind je hier in groten getale. Baardmannetjes, rietgorzen en karekieten bevolken het riet. Maar ook een broedende ijseend en een lachstern zijn gespot.
De eilanden van de Marker Wadden zien eruit alsof ze er altijd al gelegen hebben, maar niets is minder waar. Sinds 2016 hebben Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat hier met zand, klei en slib een archipel met zeven eilanden aangeplempt. Doel: herstel van de natuur in het Markermeer. Tegelijkertijd is een aantrekkelijk gebied ontstaan dat sinds september 2018 toegankelijk is voor natuurliefhebbers en watersporters.
Voor veel trekvogels zijn de Marker Wadden een soort ‘wegrestaurant’. Hier strijken koperwieken, kramsvogels en blauwborsten in voor- en najaar neer om hun buik te vullen voor de lange tocht naar het noorden of zuiden. Ook voor roofvogels als de slechtvalk is het een perfecte plek om te snacken. En deze slobeend trekt soms helemaal naar tropisch Afrika.
Anderhalf uur verder zijn we nog maar een kilometer gevorderd. Een vogelaar herken je aan z’n slakkengangetje, maar nu zetten we er toch maar de sokken in. Want we willen graag het rondje van zeven kilometer maken – de langste wandeling op het eiland –, en de boot vaart alweer om twee uur vanmiddag terug.
We wandelen door, langs vogelkijkhutten die logischerwijs vogelnamen dragen: Lepelaar, Aalscholver, Duikeend. Helemaal in het topje zitten we uit de wind achter een houten scherm. Koffie uit de thermoskan en broodjes komen tevoorschijn. Ondertussen werpen we een blik over het waddenstrand. Daarachter lijkt de zee te klotsen met een flinke golfslag, maar het is gewoon het zoete water van het Markermeer.
Heel in de verte rijzen torens op uit het water. De Rembrandttoren – hemelsbreed 40 kilometer ver – is herkenbaar, met z’n knipperende lichtje op de top. Iets wat we determineren als bomen zweven mysterieus boven de waterhorizon, alsof Bob Ross zich heeft uitgeleefd. Het schijnt een fata morgana te zijn, een optische illusie, die te maken heeft met het warmteverschil tussen luchtlagen boven water.
We wandelen langs de noordkust van het eiland. Hier is binnen een paar jaar al een echte duinenrij ontstaan. In een van de duinpannetjes spotten we een kneu, een vogeltje met een veel mooiere tekening dan z’n naam doet vermoeden. En langs het pad wuiven de rietgorzen aan hun stengels, ondertussen hun drukke staccato zang producerend, dat een beetje klinkt als krr-krr-kiet-kiet-kiet.
Even van het pad af maken we een uitstapje naar de Duikeend. Een bijzondere vogelkijkhut: je beklimt hem niet, maar daalt juist af en zit op ooghoogte met zwemmende vogels als kuifeend en krooneend. Door een glasplaat kijk je zelfs onder het wateroppervlak. Zo krijg je iets mee van de voedselketen van de Marker Wadden, met algen, watervlooien en andere waterinsecten. En met een beetje geluk zwemt er een vis langs.
Helemaal leuk is het uitzicht, pal over het water, op jagende en broedende visdieven op een moerassig eilandje vlakbij. We zien een visdief-papa aanvliegen met een visje in z’n snavel. Z’n jong bedelt luid krijsend om de prooi, z’n snavel verwachtingsvol opengesperd. Telkens laat papa het visje voor de neus van z’n jong bungelen om vervolgens een halve meter weg te vliegen. Na een tijdje ‘playing hard to get’ eet papa z’n buit zelf op.
Op de boot terug genieten we van een fraai schouwspel van een stuk of twintig windfoilers, een spectaculaire vorm van windsurfen. Met zo’n plank die boven het water zweeft, moet je je zo vrij voelen als een vogel. Heerlijk dagje uit al met al.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.