Wielewalen fotograferen, daarvoor staan buurman Gerrit en ik graag wat vroeger op. In de Stille Kern bij Zeewolde zitten 60 paartjes, dus dat moet lukken. We struinen door ruige wildernis, grijpen in schrikdraad, turen tussen dichte wilgenbladeren, vallen in de modder, klimmen over een hoog hek. En horen de hemelse zang van vier wielewalen. “Daar vliegen er twee!”
‘s Ochtends vroeg eind mei is het nog best koud als we op pad gaan vanaf de parkeerplaats, waar maar één andere auto staat. Zonder verwachtingen staren we naar de populieren naast de auto, want we hadden gelezen dat wielewalen deze bomensoort vaak opzoeken. Maar het zou wel verdomd toevallig zijn als we onze wensvogel nu al tegen het lijf zouden lopen. Toeval bestaat ook nu niet.
Over verharde betonplaten gaan de eerste kilometers, door de bossen van de Stille Kern. Tot voor kort had ik nog nooit van dit natuurgebied gehoord. Diverse bezoekers van Frankwandelt hadden me getipt. Zo schreef Eric: “Echt spectaculair. Niet in de laatste plaats omdat de Stille Kern in het voorjaar allesbehalve stil is. Het barst er van de zangvogels. Het deed mij, in de verte, zelfs denken aan Costa Rica. Iets later in het jaar zullen ook de wielewalen van zich laten horen en daar wordt het nóg tropischer van!”
We snappen wat Eric bedoelt: het vogelgekwetter is hier bijna oorverdovend. We schieten wat zwartkoppen – hier broeden 2000 paartjes. Een zanglijster. Een koekoek in de vlucht. En tuinfluiters, herkenbaar aan hun ADHD-zang die lijkt op die van een doorgesnoven merel. Onooglijke vogeltjes, je geeft ze geen stuiver, maar hun onopvallende uiterlijk compenseren ze met een gouden keeltje.
Vanaf een hooggelegen pad kijken we over uitgestrekte moerasplassen met tal van watervogels. Dode bomen rijzen op uit het water en in het vermolmde hout speuren puttertjes naar insecten. Een kwartier lang zien we twee tuinfluiters heen en weer vliegen tussen boomtopjes. Ze hebben hier vast een nest. Even verderop spotten we een appelvink, hoog in een kale boomtop, een kleurexplosie met een krachtige snavel.
We wandelen hier door het Horsterwold, een jong bos bij Zeewolde in Flevoland, aangelegd vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw. Enorm is het: met 3700 hectare is dit het grootste aaneengesloten loofbos van Nederland. Bijzonder is ook dat het is aangelegd op kleigrond. Zeer vruchtbare grond die zorgt voor spectaculaire groei van de bomen.
Mooiste deel is de Stille Kern, waar deze tocht doorheen gaat. Ondanks z’n jonge leeftijd heeft het de allure van een oerbos, met essen, wilgen, slingerplanten, varens, meidoorns, hoge populieren, ruige velden en vogelrijke moerasplassen. Hier vind je appelvinken, zomertortels, wespendieven, dodaars, lepelaars, koekoeken, boomvalken, grauwe vliegenvangers, mat- en zwartkoppen, spotvogels, nachtegalen, grasmussen, tuinfluiters en braamsluipers. We vinken er heel wat af op onze tocht, plus nog een hoop andere, zoals een snackende groenling.
In de Stille Kern mag je vrij struinen, en dat doen we dan ook. Onze route gaat van het pad af, richting wilgenbossen. Modderige stappen die het lopen zwaar maken. We moeten om een hek heen lopen met diepe modderplassen in de doorgang. Gerrit grijpt zich per ongeluk vast aan schrikdraad, z’n haren staan recht overeind onder z’n petje. Hij wankelt, molenwiekt met z’n armen en dreigt achterover in de modder te belanden. Net op tijd geef ik hem een kontje.
Dan volgt een plezieriger schok: een gele flits schiet een hoge wilg in, 100 meter verder. De wielewaal! Even later horen we hem zingen. Een eenvoudig deuntje, dat hij telkens net iets anders herhaalt, met een diepe, volle klank. Melancholiek, een beetje klaaglijk, als een paradijsvogel met een zwaar leven. Love it.
Uit een andere groep wilgen voor ons klinkt nóg een wielewaal. Of is het dezelfde die zich ongezien verplaatst heeft? We stappen verder terwijl vette klei probeert onze schoenen uit te trekken. Nu horen we twee wielewalen uit het bos voor ons, en minstens eentje uit een wilg achter ons. Zien doen we niets. Tot we, in onze ooghoeken, twee gele vogels uit de wilgen voor ons zien schieten. “Daar vliegen er twee!” roept Gerrit fluisterend. Een sierlijke golf die even verder weer tussen twee wilgen induikt. Veel te snel voor onze camera’s. We genieten dan maar van de geluiden. Een opname vind je hieronder.
De wielewaal is de trots van het Horsterwold, vertelt boswachter Frank Haven op Vogelbescherming.nl: “Meer dan 60 paar broeden er hier, een van de grootste populaties in Nederland.” Vooral in populieren kun je ze horen en zien, mits je echt vroeg uit de veren bent. “Hoewel het zien van wielewalen ondanks hun felgele kleur altijd lastig blijft, zie je ze in de lucht regelmatig oversteken van boom naar boom.”
We maken omzwervingen door bossen die prachtig gevarieerd zijn. Omgevallen bomen mogen hier blijven liggen. De dode staken die nog overeind staan, zijn gewilde pleisterplekken voor insecten en spechten. We komen bij een langgerekte moerassige plas waar luidruchtige kikkers kwaken. Brulkikkers, zegt Gerrit beslist, al kijkt hij er wat onzeker bij. Waar of niet, brullen doen ze.
Een paartje dodaarsen, de kleinste futensoort, duikt telkens even onder water en verdwijnt in het riet, waar ze dat typerende geluid laten horen dat je nooit meer vergeet, een luide hinnikende roep. Verderop zien we een zwanenstel bij een nest met pas uit het ei gekropen kleintjes, schattig.
Veel minder schattig is een grote zilverreiger die roerloos staat te jagen. Een flitsende uithaal en een visje spartelt zielig in z’n scherpe snavel. Kan een dier gemeen kijken? Deze reiger doet z’n best.
Alleen al in dit waterige moerasgebied zou je een paar uur met camera en kijker kunnen vertoeven, zeggen Gerrit en ik tegen elkaar. Wij gaan verder, want we zijn mannen met een missie. Waar zijn die verdomde wielewalen? Eén fotootje maar, eentje.
De track gaat over gebaande paden. Tot de routemaker ons een vrijwel onzichtbaar zijpaadje instuurt. Dat gaat de eerste meters goed, al moeten we bukkend lopen om zijtakken van bomen te ontwijken. Het struweel wordt dichter en dichter, van een pad is geen sprake meer. We worstelen ons door groen, grijpen pijnlijk in brandnetels, laten ons vrijwillig geselen door zwiepende takken terwijl bramenstruiken onze armen schrammen. Ik ga onderuit in de modder over een verdwaald stuk prikkeldraad.
We stuiten op een meer dan manshoog hekwerk. Onze routemaker kan toveren: hij gaat recht door het hek heen. Wanneer is deze track eigenlijk gemaakt? vragen we ons af. We worstelen ons door het hoge struikgewas langs het hek maar vinden geen doorgang. En besluiten dan maar onze lenigheid te beproeven: we klimmen erover heen.
Verderop betreden we een gebied met vennetjes. Wilde paarden, runderen en Schotse Hooglanders staan langs de oevers. Ze worden ingezet om het gebied open te houden. We wandelen tussen de vennetjes en zelfs over een pad met stapstenen dwars door het water dat nét niet onze hoge schoenen inloopt.
Een saai lang stuk over een fietspad volgt, waarna een avontuurlijk slingerpad ons over heel wat omgevallen bomen laat klimmen. De Tuurtoren komt in zicht, een hoge toren die je kunt beklimmen. Dit is ook een plek waar je volgens boswachter Frank Haven wielewalen kunt spotten. “Als de wielewalen in juli uitgevlogen jongen hebben, zie je ze vanuit deze hoge uitkijktoren vaak met hun jongen rondom de boomtoppen vliegen. Dat is echt genieten!”
Vanuit de hoogte zien we helaas geen wielewalen. Wel een witte kwikstaart met een snavel vol wormen, een aardige troostprijs. We komen zeker nog een keer terug.
Deze wandeling hebben we gedaan op dinsdag 28 mei 2024. Kaartje en gps-track kun je gratis downloaden op Routeyou.nl. Geen zin om over een hek te klimmen? Op mijn kaartje (zie het kadertje bovenaan) heb ik met een rode pijl aangegeven waar dat ‘verdwenen pad’ is, zodat je makkelijk om kunt lopen.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.