Kun je niet genoeg krijgen van hunebedden, dan kom je op deze etappe van het Drenthepad goed aan je trekken. Vier stuks vind je op je pad, waaronder een bijzonder ‘dubbel hunebed’ in Midlaren. Genieten kun je verder van bossen, boerenland, het Zuidlaardermeer en de vele brinken van Zuidlaren.
Tegenwoordig ben je blij als het regent. En dus zijn we vandaag blij als we onder onze paraplu het villadorp Glimmen uitlopen. Langs een golfveld komen we, waar de golfers zich niets aantrekken van de regen. Gewoon een paraplu vastbinden aan je golfkarretje en klaar ben je. Weer of geen weer, de heupjes blijven draaien, de golfclubs blijven zwaaien.
Voordeel van golfterreinen is dat je er ook horeca vindt. Dit keer in de vorm van Sociëteit De Poll, waar ze lekkere capu en dito taartjes serveren. Bij vertrek zien we dat de toegang eigenlijk alleen voor leden is, maar ook wij wandelaars werden gastvrij onthaald.
We wandelen het omliggende landgoed Blanckenborg op, een weidegebied waar natuur en boerenland goed met elkaar door één deur kunnen. Met z’n 600 Limousin-runderen en een handvol Schotse Hooglanders beheert de boer de terreinen van verschillende natuurorganisaties. De grote grazers zien we verderop, druk bezig met herkauwen.
In het Noordlaarderbos is het alweer voorbij met de regenpret. Ook al is het het grootste bos van de provincie Groningen, heel spannend is het niet, met rechttoe-rechtaan zandpaden door vooral naaldhout. Toch denken veel vogels er anders over, want je vind hier zeldzame exemplaren als zwarte specht en havik.
Verderop opent het bos zich voor een veld met dop- en struikheide: De Vijftig Bunder. Op de flank van het beekdal van de Drentse Aa ligt het. Z’n grappige naam geeft de grootte aan: een bunder is een oude eenheid van grondoppervlakte, en telt iets meer dan een hectare.
Midden in het bos komen we langs een rustpunt waar de beheerder z’n ziel en zaligheid in heeft gestopt. Je vindt er allerlei versnaperingen, kunt koffie zetten of een van de zelfgemaakte poppen en beeldhouwwerkjes kopen. In de spiegel zien we dat we mooi zijn zoals we zijn. Met een roomboterbabbelaar achter onze kiezen gaan we weer op pad.
We wandelen het bos uit, en het boerenland op. Slingerende schelpenpaden (pas op de fietsers!) leiden ons langs fraaie vergezichten en eeuwenoude boerderijtjes.
En dan is het de hoogste tijd voor ons eerste hunebed, luisterend naar de naam G1. Jammer dat ze niet wat originelere namen hebben bedacht voor de ongeveer 52 hunebedden in Drenthe (en 2 in Groningen). Ze hebben allemaal een nummer. ‘Hunebedje’ zou een prima naam zijn voor G1, want zo’n kleintje hebben we niet eerder gezien. Hoewel officieel het kleinste exemplaar in het dorpje Bronneger staat: D22.
Hoewel er sinds 2007 een nog veel kleiner hunebed bestaat: in Madurodam. Maar dit terzijde, want we wandelen snel verder naar misschien wel de twee gekst gelegen hunebedden van Nederland in Midlaren.
Je moet (net als voor G1) even af van het pad, maar die extra meters zijn zeker de moeite waard. D3 en D4 liggen pal naast elkaar tussen eeuwenoude bomen, en schurken met z’n tweetjes aan tegen een oude boerderij. Gek om hunebedden naast de deur te hebben.
Langs een vaart lopen we nu. Die brengt ons bij het weidse Zuidlaardermeer, natuurgebied en geliefd watersportgebied in één. We wandelen langs de bloemrijke oevers, zien vrolijke zeilbootjes dobberen op het klotsende water en komen langs een haventje.
Door de weilanden gaan onze stappen langs een meanderend beekje. En we koersen af op twee molens: De Boezemvriend en De Wachter. Die laatste ligt aan het Havenkanaal waar het Drenthepad ons langsvoert. We genieten van de molens en de oude antieke schepen in het kanaal, dat plompverloren ophoudt in Zuidlaren.
Leuk: het Drenthepad voert ons vervolgens niet door de voor de hand liggende Stationsweg, met z’n talloze winkels, restaurants, hotels en terrasjes. In plaats daarvan wandelen we via achterafpaadjes door de groene zomen van dit dorp dat bekend is vanwege z’n zeven brinken, z’n paardenmarkt en het beeldje van Berend Botje (ging uit varen).
We wandelen over het terrein van de historische buitenplaats Laarwoud, dat een Engels park met slingerende paden combineert met een Frans bos dat strak van opzet is. We scheren langs het prachtige landhuis uit 1650. Dat het prachtig is weten we van foto’s langs het pad, want het strakke Franse bos is hier zo dicht dat we er geen glimp van opvangen.
Dan voert het Drenthepad ons langs de enorme brink, waar net vandaag een evenement is met historische brandweerwagens die met snerpende sirenes voorbij scheuren. Op de volgende brink grazen schapen tussen de hoge bomen, net zoals dat in vroeger eeuwen gebeurde.
Langs de gebouwen van de voormalige ‘Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland’ wandel je zo naar het eindpunt. Naast het hoofdgebouw – een rijksmonument uit 1895 – staat heel passend een enorme treurbeuk.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.