Tijdens deze etappe maak je kennis met een van de mooiste bossen van Drenthe, het landgoedbos van Mensinge. En je bezoekt en passant de authentieke Havezate Mensinge. Fraai is het bloemrijke traject langs het Lievensche Diep. En dan moet je de kletsnatte wereld van De Onlanden nog krijgen. Jammer van die asfaltkilometers in de tweede helft.
Een café, wat huizen plus een weg waar de bus stopt. Veel meer is het kleine dorpje Roderesch niet. Maar als startpunt van deze etappe bewijst het goede diensten. Je bent snel in het wonderschone landgoedbos van Mensinge. En van het eindpunt terug naar de halte reis je in 21 busminuten; handig als je in Roderesch je auto parkeert.
Maar bij dat eindpunt in Peizerwold – een café, wat huizen plus een weg waar de bus stopt 😁 – zijn we nog lang niet. Want dit is een serieus lange etappe van het Drenthepad, 25 kilometer liefst. Gelukkig zit hij boordevol variatie, met een rijk palet aan landschappen die je doorkruist.
Dat palet begint met een boslandschap, door het al geroemde landgoedbos van Mensinge. Smalle spoortjes door het groen, een paadje door de bosrand met zicht op heidevelden en trajecten over mooie bomenlanen. Vagevuur, de naam van een ruig begroeide pingoruïne uit de ijstijd, breekt het bos open.
Verderop wandel je langs het Lievensche Diep, een rietgekraagd beekje dat door het landschap meandert. Bloemen langs het pad lokken vlinders. Het kabbelende water dient als pleisterplaats voor de weidebeekjuffer, een intens blauwe waterjuffer die je in Drenthe veel ziet. Op weelderige weiden langs de beek knabbelen koeien aan boterbloemen.
Bordjes langs je pad tonen schilderijen van de landschappen waar je doorheen wandelt. Van de hand van Coenraad Wolter Jan Kymmell bijvoorbeeld, een lokale kunstschilder die vaak met z’n schildersezel langs het Lievensche Diep te vinden was. Een sfeervolle beeld: bloemrijke graslandjes en elzen, het beekje schemert door het hoge riet langs de oevers. Een beeld uit de 19de eeuw, maar het landschap is vrijwel onveranderd.
Dan komt de 18de eeuwse duiventil van Havezate Mensinge in zicht – het enige stenen exemplaar in Drenthe. Het fraaie landhuis ligt schilderachtig ingebed tussen eeuwenoude eiken en rode beuken, en is omgeven door een slotgracht. Op de schoorsteen een fors ooievaarsnest waar jonkies uit oppiepen.
De havezate herbergt ook een museum dat je kunt bezoeken. Een aanrader, het is de meest authentiek ingerichte havezate van Nederland. Je kunt dan gelijk de landschapsschilderijen bewonderen die je eerder op de bordjes langs het pad zag.
Je wandelt nu door de groene zoom van het forse esdorp Roden, waar Hindericus Scheepstra, de schrijver van Ot en Sien, is geboren. Dat dorp is vast niet al te fraai, want je krijgt er vrijwel niets van te zien. Maar die groene zoom is aangenaam. En verderop wandel je – deels via vlonders – over modderige paden, met tussen de bomen uitzichten over bloemenzeeën.
Het Drenthepad passeert de grens met Groningen en boven het dorpje Leek bereik je alweer iets moois: landgoed Nienoord. In de 19de eeuwse borg kun je een rijtuigmuseum bezoeken. Daar voorbij kun je serieus ver kijken over het Groningse platteland. De horizon wordt enkel doorbroken door het charmante 12de eeuwse kerkje van Midwolde in de verte.
De Leekster Hoofddiep neemt het stokje nu over. Kilometers wandel je langs dit kanaal dat in 1560 werd gegraven als vaarweg voor turfschepen. Bij het Leekstermeer stap je helaas over op de asfaltpaden waar ik je al voor gewaarschuwd had.
Gelukkig zijn die fietspaden rustig en landschappelijk blijft de wandeling fraai. Je verharde stappen gaan over kades door de kletsnatte wereld van De Onlanden. Dit vogelrijke natuurgebied van ruige hooilanden, moerassen, moerasbosjes en kreken lijkt er al eeuwen te liggen. Niets is minder waar: dit voormalige veenweidegebied is ruim tien jaar geleden teruggegeven aan de natuur. Als waterberging zorgt het er gelijk voor dat de Groningers droge voeten houden.
Afwisseling biedt het minidorpje Roderwolde – 335 inwoners. Hier zie je, zoals in veel andere dorpen in deze contreien, de teloorgang van de middenstand. De bakker en de slager die hier ooit hun nering dreven, zijn al lang geleden opgedoekt. Op café Het Rode Hert prijkt een verschoten uithangbord, het is alleen nog op zondagen open.
Let op de bijzondere molen Woldzigt, een oude olie- en korenmolen die nog steeds in bedrijf is. In de twee zijvleugels woonden vroeger de molenaar en z’n knecht. En kijk bij het verlaten van het dorp even om: de kleine witte Jacobskerk uit 1831 is bezienswaardig.
Een rechttoe-rechtaan weggetje en een dreigende onweersbui nopen nu tot flink doorstappen. En voor ik het weet bereik ik Peizerwold. Geen pittoresk dorpje, wel een handige bushalte. Een tip voor de routemakers: op flink wat plekken zijn de roodgele tekens verdwenen of bijna niet meer zichtbaar.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.