Natuurreservaat Holtingerveld is het hoogtepunt van deze etappe van het Drenthepad. Maar ook het echte Drentse boerenland vind je in overvloed tussen de brinkdorpjes Ruinen en Diever. Akkers met tarwe, mais en piepers. Weilanden vol koeien (gelukkig!). En daartussen bloemrijke slootkanten met vlinders en libellen. Lange etappe!
Dat etappe 2 lang is, heb ik aan mezelf te danken. Wandelnet heeft er 2 etappes van gemaakt (etappes 2 en 3 dus), maar die vond ik beide aan de korte kant (16,5 en 14,5 km). En omdat ook het OV tussen die 2 etappes zeg maar ‘een dingetje’ is, heb ik ze samengevoegd. Slim? M’n voeten dachten er na afloop anders over...
In ieder geval starten Wandelnet en ik in Ruinen, en al snel lopen we samen over de Grote Esch. Zo’n es (of esch, zo je wilt) is een akker die hoger ligt dan het dorp, en dat kun je goed zien. Hij heeft ook een beetje bolle vorm, die ontstaan is door er eeuwenlang schapenmest en heideplaggen over uit te strooien. Essen zijn heel typerend voor het Drentse landschap.
Die Grote Esch gaat over in de Anserdennen, een bosgebied met – inderdaad – veel dennen. Bijzonder is dat hier ruim 350 soorten paddenstoelen groeien, waarvan er tientallen op de rode lijst staan. Maar nu zijn ze er even niet, want het is hartje zomer.
Al zou je dat niet zeggen, want het is fris en de lucht is muisgrijs. Een lagedrukgebied van hier tot Tokyo hangt boven ons. Zwaluwen scheren zo laag over dat ze een nieuwe scheiding in je haar dreigen te vliegen.
Geen weer om vrolijk van te worden. En dan dat sombere bos zonder paddenstoelen. Gelukkig stuit ik al snel op Theehuys Anserdennen, waar een aardig meisje me een enorme pot koffie en een enorm stuk (lekkere!) appeltaart serveert.
Vrolijker dan ik erin liep, loop ik de Anserdennen weer uit. En dan volgt een traject door dat typische Drentse boerenland. Weidse akkers en velden, slootkanten vol bloemen, af en toe een plukje koeien, wat Saksische boerderijen aan de einder, en verder geen kip te bekennen. Daar gaan heel wat kilometers mee heen, en hoewel niet onaangenaam wordt het me toch wat te saai op den duur.
Het 1000 jaar oude dorpje Uffelte vormt een aangename onderbreking. Ik bewonder een hele serie authentieke rietgedekte boerderijen langs een prachtige, beklinkerde eikenlaan. Maar wacht eens even: eiken, was daar niet iets mee? Verdomd, er hangen van die rood-witte linten omheen: de eikenprocessierups! Uitkijken geblazen!
Als je je er eenmaal bewust van bent, dan zie je ze overal: eiken. En het vervelende is: ik krijg gelijk last van jeuk. Ongetwijfeld placebo-jeuk, maar die jeukt even hard als echte jeuk. Alsof een bataljon jeukrupsen vanuit een eeuwenoude eik in m’n open boord abseilt. De reuzenteek, die schijnt in Drenthe voor te komen, bedenk ik opeens, en ik kijk schichtig om me heen.
Na Uffelte wordt het landschap mooier en mooier. Een afwisseling van heide, bossen en goudgele velden vol met bloemen en prachtige zomereiken. Een bankje-met-uitzicht lonkt na 15 kilometer, maar die staat pal onder zo’n zomereik. Ik loop verder, het Nivonhuis voorbij. Hier scheiden de mannen zich van de jongens: Wandelnet gaat uitpuffen, maar Frankwandelt gaat dóór!
Nog mooier wordt de route op de Havelterberg, al is de toevoeging ‘berg’ een tikkeltje overdreven. De paadjes slingeren door een landschap van bloeiende dopheide, nog niet bloeiende struikheide, plukjes stokoude dennen en verre zichten. In de verte zie ik schapen grazen.
Echt zo’n landschap waar stress geen kans maakt, jeukrupsen of niet. Hoewel, ik hoor wel dreigend geknal in de verte: verderop ligt een militair oefenterrein. Als ze jeukrupsen afknallen vind ik dat helemaal prima.
Het mooiste komt dan nog: natuurreservaat Holtingerveld, dat trotse bezitter is van een ‘Natura 2000-predikaat’. En dat krijgen alleen de allerbelangrijkste natuurgebieden. Er leven dan ook nogal wat bijzondere planten en dieren. De kamsalamander bijvoorbeeld, die graag in poelen rondbaddert. En de gevlekte witsnuitlibel, vaste bewoner van vennen. De Holtinger schaapskudde houdt het gebied open, en is ook gewoon lekker decoratief.
De route voert langs het allermooiste ven in de wijde omtrek: het Brandeveen. Groene Wissel-maker WandelBart geeft het een hoofdrol in een van z’n rondwandelingen. Hij noemt het ‘een Zweedse schone’, en ik snap wat hij bedoelt: een spiegelglad, rietgekraagd ven waar talloze libellen en waterjuffers overheen scheren. Dichte (eiken!)bossen omringen het ven en er loopt een heerlijk aarden strompelpaadje langs.
Even een puntje van kritiek op het Drenthepad: waarom de route niet helemaal over dit superschattige paadje loopt, maar slechts voor een klein deel, is mij een raadsel. Ik zou de route wat verleggen.
Na het schitterende Holtingerveld volgen nog aardige kilometers door een esdorpenlandschap, waar je beurtelings over hoger gelegen bolle akkers wandelt en lager gelegen natte weiden.
Dan loop je langzaamaan Diever binnen, een oud dorp met een prachtige kerk op een al even mooie brink. En heel veel eiken. Horeca zat hier, maar ik moet de bus zien te halen... Moeie voeten!
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.