Bossen en buurtschappen, heidevelden en hunebedden kom je tegen op deze etappe van het Drenthepad. Het onderduikershol midden in het Valtherbos is indrukwekkend. Evenals de stilte, hier in het uiterste zuidoostelijke puntje van Drenthe. Die wordt alleen doorbroken op het levendige Marktplein van Emmen, ooit een klein esdorpje.
Vanuit het kleine dorpje Valthe leidt een bollend klinkerweggetje je langs aardappelvelden en weilanden naar het Valtherbos waar je doorheen gaat slingeren. Op een van die slingers tref je hunebed D35 – alle hunebedden zijn genummerd. Een miserabel hoopje stenen, want om onbekende redenen is maar de helft van het hunebed bewaard gebleven.
Een andere bosslinger komt langs een indrukwekkend onderduikershol. Diep in het Valtherbos liet de lokale kippenboer Albertus Zefat in de Tweede Wereldoorlog zestien joden onderduiken. De Duitsers hebben het hol onder de grond nooit ontdekt. Voor Albertus liep het helaas minder goed af: hij werd opgepakt. Hij liet geen woord los over het onderduikershol en werd geëxecuteerd.
Al is het bos nog maar zo’n honderd jaar oud, het maakt een veel oudere indruk. Op de eindeloze heidegebieden in deze contreien plantte Staatsbosbeheer in de jaren twintig van de vorige eeuw onder meer grove den, fijnspar, lariks, douglassparren, beuken en eiken. En dus wandel je het ene moment over paadjes door donker naaldbos, en even later over lanen met imposante beuken en eiken die op deze fraai herfstdag in oktober van kleur verschieten. Af en toe kom je langs een open plek of een verscholen vennetje.
Even van de route af kun je naar hunebedden wandelen via een alternatieve route die met stippellijnen staat ingetekend op het gidskaartje (of als je mijn GPS-track gebruikt). Doen, want al na een paar honderd meter wandel je via een geitenpaadje over een prachtig heideveld langs liefst drie hunebedden (D38, 39, 40). Bijzonder, dit hunebedden-trio. De meeste van de 52 hunebedden staan namelijk in hun uppie. Zestien staan in acht paren bij elkaar, maar Drenthe telt slechts twee van dit soort drielingen.
Een (pre)historisch rijk gebied is dit sowieso, want je komt ook langs nogal wat grafheuvels. Die zijn zo’n millennium jonger dan de hunebedden die leden van het Trechterbekervolk 5.000 jaar geleden op poten hebben gezet. Van nog iets recentere datum is het groepje actieve ouderen dat zich met genoegen laat fotograferen voor een van de hunebedden.
Spannende paadjes door de Emmerdennen leiden langs flink wat omgevallen bomen. Een herfststorm maakte hier korte metten met een rijtje imposante dennen, waarvan er twee wel heel dramatisch aan hun eind zijn gekomen. Dan wandel je door rustige straatjes Emmen binnen om even later op het levendige Marktplein vol terrassen te belanden.
Nu is Emmen een flinke provincieplaats, maar anderhalve eeuw geleden was het nog een esdorpje onder de vele esdorpjes die de zuidoosthoek van Drenthe bespikkelen. Turfwinning in de tweede helft van de 19de eeuw zorgde voor een groeispurt. Nadat de turfmarkt rond 1920 volledig instortte, wees de rijksoverheid Emmen en omgeving aan als ontwikkelingsgebied. Door vestiging van bedrijven, woningen en voorzieningen groeide Emmen verder, daarbij alle dorpjes in de omgeving opslokkend.
Je komt langs de fraaie Sint-Pancratiuskerk uit 1856. De romaanse kerktoren stamt al uit de 12e of de 13e eeuw en is een rijksmonument. Even later wandel je Emmen alweer uit en het boerenland op. In Westenesch – een van de dorpjes die Emmen heeft opgepeuzeld – wandel je over de brink, voorzien van monumentale Saksische boerderijen.
Je kruist het schilderachtige Oranjekanaal. Nu is het door bomen overschaduwde kanaal waardevol voor flora en fauna, maar het werd rond 1860 aangelegd voor het vervoer van turf en zwerfkeien. Die keien komen hier in groten getale voor, op drift vanuit Scandinavië door schuivende gletsjers in de Saale-ijstijd. Vlakbij ligt zelfs de grootste zwerfkei van Drenthe: de 'Dikste Stien' met een gewicht van ruim 55.000 kilo.
Even later wandel je het Noordbargerbos binnen, een jong, maar wel fraai bos. Een heerlijk bosrandpaadje voert je langs heidevelden waar je door de bomen telkens zicht op krijgt. Je doorkruist de heide, waar een enorme zomereik alle aandacht opeist.
Helaas gooit een kruispunt van drukke provinciale wegen roet in het eten: een krappe kilometer loop je te lijden onder herrie en asfalt. Dan keert de rust weer. Nieuwsgierige koeien en lekkere landweggetjes omzoomd door hoge Amerikaanse eiken begeleiden je naar Sleen, een van de meest authentieke brinkdorpen in Drenthe.
Het fraaie centrum van Sleen staat pas de volgende etappe op het program, maar een sneak preview is aan te raden. De beschaduwde brink omringd door rietgedekte boerderijen, het middeleeuws kerkje met de hoogste toren van Drenthe en het karakteristieke raadhuis: een ansicht uit vervlogen tijden.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.