Schitterende wandelroute dwars door het Drentse Bargerveen, een oase voor natuurliefhebbers. Je wandelt door een van de weinige gebieden in Nederland waar nog oorspronkelijk veenlandschap bewaard is gebleven. En dus kun je volop genieten van dit oerlandschap.
Trek zeker waterdicht schoeisel aan, je plonst over zompige graspaden die na een regenperiode in kleine stroompjes veranderen. Het is sowieso een waterrijke wandeling.
De wandeling start in Weiteveen. Een beetje suf dorp? Zeker wel, maar bedenk dat dit een onvervalste veenkolonie is. Het dorp is ontstaan aan het begin van de twintigste eeuw door de ontginning van het Amsterdamsche Veld en het Schoonebeekerveld, die onderdeel zijn van het Bargerveen. De naam Weiteveen is afgeleid van de destijds veel voorkomende boekweitteelt in het veengebied.
Afijn, daar kom je natuurlijk niet voor. Je komt voor het Bargerveen, een enorm hoogveenreservaat van 2.100 hectare. Het is het laatste restant van het vroegere Bourtangermoeras, waarvan de oorspronkelijke grootte geschat wordt op tussen de 1.600 en 3.000 km2. Ter vergelijking: de provincie Groningen is 2.960 km2. Het Bargerveen bestaat uit drie delen: in het noorden het Meerstalblok, in het midden het Amsterdamsche Veld en in het zuiden het Schoonebeekerveld.
Na wat kilometers over kaarsrechte graspaden arriveer je bij grote verstilde meren. Daar wordt het land pas echt lekker woest en ledig. In vroeger jaren werd het veen hier per smalspoor afgevoerd naar het fabrieksterrein van de Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij. De zwarte turf werd vanaf 1921 in Klazienaveen door Purit (vanaf 1997 Norit Nederland geheten) verwerkt tot actieve kool. Dat wordt gebruikt om water te zuiveren maar is natuurlijk ook lekker actief tegen diarree.
De vervening werd in 1992 beëindigd en het bijzondere gebied kwam in handen van Staatsbosbeheer. Die bestempelde het als natuurreservaat. In het Amsterdamsche Veld kom je langs een reusachtige steen: 'De Stele', een gedenksteen die hier in 1992 is geplaatst en is ontworpen door de Duitser Ulrich Rückriem. De Stele markeert het belang van de turfwinning, zowel in sociaaleconomisch als landschappelijk opzicht.
Staatsbosbeheer wil in het gebied weer levend hoogveen laten ontstaan. Dat betekent dat er weer veen bijkomt door de groei van veenmos. Bijzondere planten profiteren van het levende hoogveen, zoals de ronde en de lange zonnedauw. In het reservaat komen ook de zeldzame addertong, welriekende nachtorchis en rietorchis voor.
Bijzondere dieren voelen zich ook thuis in het hoogveen. De adder, de levendbarende hagedis, de nachtzwaluw, de velduil, de blauwe kiekendief, de grauwe klauwier en de dodaars behoren tot de fauna van het Bargerveen.
Op driekwart van de wandeling slinger je over vlonderpaden door een avontuurlijk moerasbos. Opeens verschijnt daar een schilderachtig bouwseltje: het Huisje van Uneken. Dit huisje is een voormalig boerderijtje, gebouwd in 1944. Destijds werd het verwarmd door, hoe kan het ook anders, een turfkachel. Ook het fornuis werd gestookt met turf.
Helaas is het Huisje van Uneken geveld door een uitslaande brand. Waarschijnlijk veroorzaakt door de bliksem die is ingeslagen. Hopelijk gaat eigenaar Staatsbosbeheer het restaureren. Hieronder een stukje over dit huisje dat ik schreef toen het nog ongeschonden was.
Jan Uneken, geboren in 1910, heeft er samen met zijn vrouw en tien (!) kinderen gewoond tot 1967. Jan was een keuterboer. Hij bewerkte er zijn eigen grond en hield er vee.
Een luxe bestaan was dat niet. Elektriciteit en stromend water ontbraken. Voor verlichting gebruikten de Unekens olielampen. Naast het huisje stond een poepdoos met daaronder een beerput.
In de buurt stonden meer van dit soort boerderijtjes. Ze stonden soms wel 200 meter uit elkaar en de wegen waren vaak slecht begaanbaar. Toch hadden de boeren veel contact met elkaar: er was een sterk gevoel van saamhorigheid. Maar in de jaren vijftig trokken steeds meer mensen weg, totdat alleen de familie Uneken overbleef.
In 1967 waren de Unekens nog de enige bewoners van het Bargerveen. De gemeente Emmen bood hen dat jaar een nieuwbouwhuis aan in het centrum van Zwartemeer. Staatsbosbeheer heeft vervolgens het stuk grond en het huis gekocht.
Na zijn verhuizing fietste Jan Uneken nog vele jaren dagelijks naar zijn vroegere huisje. Hij had hier nog schapen die hij verzorgde. Tot zijn 80ste heeft hij het huis bezocht. Jan overleed in 1993 op 83-jarige leeftijd.
Nu is het huis de woonplaats van insecten, vogels en vleermuizen. Staatsbosbeheer laat de natuur zijn werk doen zodat het voormalige veenboerderijtje steeds meer in verval raakt. Bovendien is het door het boren van honderden gaten in muren en kozijnen een aantrekkelijk nest- en woongebied geworden voor vele insecten.
Raamopeningen zijn dichtgesmeerd met leem waarin de stengels van riet, braam en vlier zijn aangebracht. Rond het gebouw is zand gestort voor insecten die in de bodem nestelen. Zo is Unekens huis een groot insectenhotel geworden. Leuk toch?
Deze wandeling heb ik gedaan in januari 2015. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
Lees meer over deze wandelgids >>
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.