Het stroomdal van de Drentsche Aa is een van de mooiste wandelgebieden van Nederland. Dat blijkt ook weer uit deze rondwandeling vanuit het dorpje Anloo, in de Kop van Drenthe. Op deze prachtige route kom je ook nog over De Strubben, een weids heidegebied met wonderlijk gevormde eiken.
Over de beklinkerde hoofdstraat van het dorpje Anloo (400 inwoners) komt net een tractor aanhobbelen, de boer en z’n zoontje in de cabine. Met z’n rietgedekte Saksische boerderijen en z’n romaanse Magnuskerk uit het jaar 1100 is Anloo een pittoresk brinkdorp. En een heerlijk startpunt van deze route. Fijn is ook dat je bij de Koningsherberg, midden op de brink, Snert to go kunt krijgen.
Want snertweer is het vandaag wel. Op de vlucht voor een bui verlaat ik het dorp langs de hervormde pastorie tegenover de kerk, een rijksmonument. Vlak daarachter begint het stroomdal van het Anlooërdiepje, onderdeel van het stelsel van beken dat Drentsche Aa wordt genoemd.
De Drentsche Aa is een van de laatste gave beekdallandschappen van West-Europa. Vrijwel alle stroompjes hebben hun natuurlijke, kronkelende loop behouden. En met de beek is ook het kenmerkende esdorpenlandschap bewaard gebleven: de boerderijen rondom de brink, de akkers op de hooggelegen essen en de bloemrijke graslanden in het beekdal. De Drentsche Aa is zo’n bijzonder natuurgebied dat het als Nationaal Park is aangewezen.
De wandeling kronkelt intussen mee met het Anlooërdiepje door z’n weidse beekdal. En dat mag eigenlijk een wonder heten, want in de jaren zestig van de vorige eeuw waren er vergevorderde plannen om het stroompje te kanaliseren. Veel efficiënter voor de landbouw, dachten ze destijds. Gelukkig bleef de loop van dit diepje behouden en kun je genieten van de eeuwenoude graslanden in het beekdal waar de wandeling doorheen voert.
Je wandelt langs houtwallen met oude eiken, berken en beuken die het meanderende Anlooërdiepje omgeven. Walletjes die daar dwars op staan, lopen het glooiende beekdal in, wat het landschap veel diepte geeft. In lente en zomer kleuren de graslanden rood, paars en geel van de bloemen. En daar komen weer in groten getale vlinders, libellen en beekwaterjuffers op af.
Verderop steek je het diepje over via een bruggetje en vervolg je de route door het moerasbos van de Burgvallen. In het voorjaar bloeien hier duizenden orchideeën. Je wandelt tussen de bomen pal langs het heldere diepje, dat flink wat stroming kent. Verderop heet het beekje opeens Schipborgsche Diep. Ook dit is onderdeel van de Drentsche Aa.
Dat Schipborgsche Diep kan trouwens enorm buiten z’n oevers treden na veel regenval. Waardoor droge paden veranderen in modderpoelen. Trek op wandelingen in dit gebied dus bij voorkeur hoge waterdichte schoenen aan.
Verderop voert de wandeling over Landgoed De Schipborg. Je komt pal langs de monumentale boerderij De Schipborg, die je nét niet ziet liggen. Wel de moeite waard om op de Borgweg (bij punt 7 in de routebeschrijving) een paar honderd meter naar rechts te lopen. Bij de eerste zijweg krijg je mooi zicht op de boerderij, aan het eind van een lange oprijlaan.
De Schipborg is in 1914 gebouwd in opdracht van de familie Kröller-Müller (van het gelijknamige museum) en was bestemd voor hun oudste zoon. Met een ontwerp van de beroemde architect Berlage is het een van de meest karakteristieke boerderijen in Drenthe.
Voorbij de Borgweg betreed je een andere wereld, dat van De Strubben. Strubben zijn de knoestige, uit één stam gegroeide eikenbomen die je hier veel ziet. Ze zijn ontstaan doordat de heideschapen in het verleden voortdurend de jonge scheuten hebben afgeknaagd. De eiken zijn al eeuwen oud en geven het landschap iets mysterieus.
Via weidse slingerpaden doorkruis je dit heidegebied, genietend van de talloze vreemd gevormde eiken, de oude grove dennen en de eenzame vliegdennen op heuveltopjes. Heideschapen en heidekoetjes begrazen het gebied. En ik heb vandaag geluk: de herder met z’n schaapskudde komt langs. Mooi gezicht.
De Strubben ziet eruit als een ongerept natuurgebied. Maar tegelijk is het één grote prehistorische begraafplaats. Ga maar na: je vindt hier twee hunebedden plus pakweg zestig grafheuvels uit de steen-, brons- en ijzertijd. Vanaf 3400 voor Christus woonden hier al mensen. Vanwege zijn archeologische rijkdom staat dit gebied bekend als ‘het Pompeii van Drenthe’. Het is ook het enige archeologische reservaat van Nederland.
Verderop verandert de route opnieuw van karakter: in het Kniphorstbos wordt het een onvervalste boswandeling. De naam is afkomstig van mr. Gerrit Kniphorst, een notaris die in de 19de eeuw eigenaar en ontginner was van de toenmalige heidevelden, die hij met productiebos liet inplanten.
In het hart van het bos kom je langs een uit de kluiten gewassen hunebed. Vandaag gebruikt een troepje kinderen hem als speelplaats, en daar nodigt hij ook wel toe uit. Leuke slingerpaadjes voeren je het bos weer uit. En vanaf de bosrand zie je de markante zadeldaktoren van de Magnuskerk al weer schemeren tussen de hoge bomen. Prachtige, gevarieerde tocht!
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.