In Drenthe vindt je uitgestrekte bossen en heidevelden, dromerige beekdalen, de zacht glooiende Hondsrug, weidse akkers. En dan die rust overal. Veel van dat heerlijks kom je tegen op de tweedaagse NS-wandeling Hunzedal, van het lommerrijke brinkdorp Gieten naar het stadje Emmen.
Het dal van het riviertje De Hunze staat centraal op deze wandeling. Maar je trekt bijvoorbeeld ook over de uitgestrekte stuifduinen van het Drouwenerzand. En bereid je maar vast voor: je gaat het grootste hunebed van Nederland zien in Borger!
Je komt op deze wandeling door een paar leuke dorpen. Het lommerrijke Gieten, midden op de Hondsrug, springt er wat mij betreft uit. Prachtige huizen aan een heerlijke brink, waarvan sommige rijksmonument zijn. Zoals Huize ‘De Merel’, een schitterende, wit gepleisterde villa uit 1921 in art nouveaustijl.
Let op de brink van Gieten ook even op het bronzen beeld van een dorpssmid. Hier stond vroeger een smederij. Naast het beeld staat de oude houten dorpspomp. Die werd onder meer gebruikt voor het koelen van de gloeiende hoepels die om de houten wagenwielen werden geslagen. Hoor ik daar Wim Sonneveld ‘Het Dorp’ zingen?
Aparte vermelding verdient het authentieke Hotel Braams, dat in 1617 als herberg werd gebouwd. Later kwam de herberg in het bezit van de familie Braams, waarnaar de herberg werd vernoemd. In de periode dat Jan Braams burgemeester van Gieten was, werd zijn herberg ook gebruikt als gemeentehuis.
We schrijven 1823 als Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp in de herberg van Jan Braams koffie drinken en bruin brood van ongebuild roggemeel eten, tijdens hun voettocht door Nederland (Geert Mak maakte er een tv-serie over). Mooi terras om neer te ploffen voor een koffietje en mijmerend over vroeger te genieten van de mooie brink.
Des te treuriger is het dat hotel Braams niet meer bestaat. Het roemruchte hotel staat nu al vele jaren leeg. Wat zou het geweldig zijn als een ondernemer het aandurfde om het hotel in oude luister te herstellen. Ik zou er gelijk een nachtje boeken.
Borger is ook zo’n typisch Drents dorp: bedaarde sfeer, monumentale huizen en boerderijen, prachtig kerkje. Als je in Borger bent, kom je er niet omheen: je moet dan naar het Hunebeddenmuseum. Drenthe is niet voor niets the place to be als het om hunebedden gaat. En in Borger, jawel, staat het GROOTSTE hunebed van Nederland. Bijzonder hè? Het is leuk om even door het museum te lopen en de geschiedenis van de hunebedden en de bouwers, het Trechterbekervolk, tot je door te laten dringen. Zie meer onder het tabje Hunebedden.
Vooral in het begin heb je af en toe prachtig uitzicht op het uitgestrekte Hunzedal, een heel ander gebied dan het besloten esdorpenlandschap op het Drents plateau. Het stroomdal van de Hunze, gelegen aan de voet van de Hondsrug, is in het verre verleden gevormd door het krachtenspel van wind, water en ijs.
Toen het warmer werd, ontstonden veengebieden en ondoordringbare moerasbossen. Kraanvogels, elanden en bevers hoorden tot de vaste bewoners van het gebied. In de middeleeuwen werden de toegankelijke delen hooiland. Later werd turf gestoken voor Groningse stadskachels. In de vorige eeuw werd het land omgevormd tot een agrarisch landschap.
De laatste twintig jaar proberen organisaties als het Wereldnatuurfonds van het Hunzedal weer een echt stroomdallandschap te maken, met de kronkelende beek als kroon op het landschap. In 2008 zijn er zelfs bevers uitgezet langs de Hunze. Nu de kraanvogels en elanden nog...
Een heerlijk paadje waar je een heel stuk overheen wandelt, is het Brummelpad tussen Gieten en Gasselte. Leuk om te beseffen dat hier tot in de jaren vijftig een spoorlijn liep. Als je tijdens het wandelen tussen je oogharen kijkt, kun je je daar alles bij voorstellen. Zeker als je er nog wat ‘kedeng kedeng oe oe’-geluiden tegenaan gooit.
In 1905 werd deze ‘Noordooster Lokaal-spoorweg’ aangelegd. Hij liep van Stadskanaal naar Assen. De spoorlijn rendeerde op den duur niet. De opkomst van de vrachtauto en autobus was daar grotendeels debet aan. In 1950 viel het doek voor de spoorlijn. Maar het hele traject van Stadskanaal naar Assen waarlangs de trein reed, zo’n 30 km, is er nog. Het Brummelpad is daar getuige van: de kiezels van de voormalige spoorlijn liggen er nog steeds.
Extra fraai op deze route is Het Ravijn. Om het voor de trein onoverkomelijk hoogteverschil op dit punt in de Hondsrug te overbruggen, groef men dit ravijn dwars door de Hondsrug. Je loopt door het ravijn onder een imposante, tien meter hoge brug. Wat is een brummel?
Leuk weetje: brummel is Drents voor braam. Dan weet je ook weer wat al die bramenstruiken langs het pad doen. Kom je in augustus of september, neem dan een emmertje mee. Kun je bij thuiskomst je eigen potje Brummelpad-jam maken, mmmmm.
Op deze wandeling kom je langs verschillende hunebedden, waaronder – vlakbij Borger – het grootste hunebed van Nederland. Een hunebed, dat is toch niet meer dan een verzameling loeizware keien? Waar.
Maar ook waar is: hunebedden zijn de restanten van stenen grafkelders waarin de boeren die het noorden van ons land bewoonden, hun doden bijzetten. Beetje respect is dus wel op z’n plaats. Archeologen noemden dit volk overigens het Trechterbekervolk, omdat er trechtervormige bekers werden aangetroffen in de grafkelders.
De hunebedden zijn gebouwd tussen 3400 en 3200 voor Christus. Gletsjers duwden de zwerfkeien 150.000 jaar geleden vanuit Zweden en Finland naar ons land. Nederland telt nog 54 hunebedden. Niet compleet: veel stenen werden hergebruikt om onder andere funderingen van kerken en zeeweringen mee te bouwen. Over respect gesproken.
Als je toch in Borger bent, neem dan even een kijkje in het Hunebedcentrum. Hier krijg je een mooi inkijkje in het dagelijks leven van de hunebedbouwers: de eenvoudige behuizing, het woeste land rondom hun akkers met wolven, oerossen en beren, maar ook hoe ze de tonnenzware stenen op elkaar kregen. En dan voel je pas écht respect.
Het Hunebedcentrum is geopend van 10-17 uur (weekend en feestdagen vanaf 11 uur). Voor meer informatie: www.hunebedcentrum.eu.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.