Prachtige korte stadswandeling door het centrum van Assen, goed te combineren met een bezoek aan het Drents Museum. Je komt langs gebouwen als kleine paleisjes, langs bijzondere tuinen en over de kade van de historische Drentse Hoofdvaart.
Toen Assen in 1809 stadsrechten kreeg, ontwikkelde de plaats zich tot hoofdstad met villa’s en herenhuizen, vaak voor hoge ambtenaren en gedeputeerden. Hierdoor kreeg de stad de bijnaam ‘Stad der Paleizen’.
Een van de mooiste gebouwen tref je direct bij de start, een oud cisterciënzer nonnenklooster dat gebouwd is rond 1206 en waar nu het Drents Museum in is gevestigd. Klooster en omliggende gebouwen ademen een heerlijke serene sfeer, ondanks de drukte. In de eeuwen daarna bestond Assen uit weinig meer dan dit klooster en directe omgeving.
Vanuit het drukke winkelcentrum loop je de mooie Drentse Hoofdvaart op, een scheepvaartverbinding tussen Meppel en Assen. 47 kilometer lang is de vaart, met 26 bruggen en 6 sluizen. Aan beide zijden staan prachtige woonhuizen, sommige zijn rijksmonument, zoals het Witte Huis op nummer 36 en het Gratamahuis op nummer 11/13. De Hoofdvaart was vroeger zeer in trek bij de elite van de stad. De vaart dateert uit 1780, en diende vooral voor de aanvoer van turf naar Assen.
Even iets bekennen: ik heb een vreemde hobby. Altijd als ik een begraafplaats zie voel ik een onbedwingbare behoefte om die te bezoeken. De Noorder Begraafplaats (1823) is de moeite van een bezoek waard. Loop niet gedachteloos door het toegangshek: dat is namelijk een rijksmonument. Het hek uit 1859 is versierd met symbolen die betrekking hebben op de dood. Veel notabelen uit de stad vonden op deze begraafplaats hun laatste rustplaats. Zeer bijzonder zijn de gietijzeren grafmonumenten van de families Brumstede en Van Bulderen.
Wie aan Drenthe denkt, denkt aan Bartje. En dan zeg je al snel: “Ik bid nie veur bruune boon’n”. Zijn gevleugelde uitspraak, bekend uit de tv-serie begin jaren zeventig van Willy van Hemert. Bartje is de hoofdpersoon uit de gelijknamige streekroman van Anne de Vries uit 1935. Het Drentse ventje woonde niet in een van de paleizen van Assen maar op het arme platteland. Kunstenares Suus Berkhout gaf Bartje gestalte in een beeld dat vlakbij het Drents Museum staat. Oordeel zelf maar of het beeld geslaagd is, wij hadden er onze twijfels bij.
Hoogtepunt van architectuur is natuurlijk het Drents Museum. Het is gevestigd in het voormalige provinciehuis, het Drostehuis, de Abdijkerk en het Ontvangershuis. Van buiten valt er al veel te bewonderen, want het zijn schitterende gebouwen. En dat nodigt uit tot een bezoek. Het Drents Museum is eind 2011 geheel verbouwd, en is nu zeker geen provincie-museum meer. Het museum heeft allure, en heel veel spraakmakende exposities. Nog niet zo lang geleden stonden er dikke rijen voor de Dode Zee-rollen.
Toen wij er waren liep de expositie Mummies. Nou ja liep. Beetje luguber was het wel. Wij vluchtten snel naar iets aangenamers: de goudschat die twee Drentenaren met een metaaldetector in januari 2014 hebben gevonden in een veld. Een kleine collectie van 47 gouden munten uit de zesde eeuw. Een unieke vondst, begrepen wij, een van de hoogtepunten van de collectie van het Drents Museum.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.